( de originele rasstandaard vind u op www.iwsvn.nl )
Gebruik
De Ierse Water Spaniel kan zich gemakkelijk aanpassen met betrekking tot de meeste vormen van jacht. Ook thuis is hij in staat om de baas, bij gebrek aan wild, van de bank af te kijken. Tevens zal hij wanneer de baas niet in de kamer is, alles inspecteren op verstopte lekkernijen. Op of in de kast, is allemaal geen probleem voor de Ier. Hij jaagt en apporteert alles.
Korte historische samenvatting
De precieze herkomst van het ras blijft duister. De algemene gedachte is dat waterspaniëls ontstonden uit honden die hun oorsprong hadden in Perzië en via Spanje naar Ierland kwamen.
Tja, het is echt waar hoewel je soms zou denken dat er een beetje gevogelte inzit. Gezien de hoogte waarvan dingen opeens verdwijnen.
De eerste Ierse verwijzing naar “waterhonden, die waterwild vervolgen” dateert van 1600. Er is geen duidelijk bewijs betreffende de voorvaders van de Ierse Water Spaniël, behalve zijn meest merkwaardige attribuut: de rattenstaart. De Whip tail vertalen wij liever als staart die altijd kwispelt.
De Ier zal menig kwispelkampioenschap winnen.
Algemeen beeld
De Ierse waterspaniël is een hond met een aparte verschijning waarmee
hij menig uitroep van verbazing trekt. Qua formaat precies groot genoeg om op een ieders schoot te passen. En altijd tussen jou en het TV scherm te zitten. Of in zijn eentje de hele bank in te nemen door languit op zijn rug tussen leuning en leuning te liggen. Hij is zeer op zijn baas gesteld wat zich dan ook uit in het veelvuldig, heel zachtjes, volgen van de baas. Wat hem betreft ook naar de badkamer en het toilet. Kijk je om en daar staat hij heel onschuldig om zich heen te kijken. Het Annemaria koekoek spelletje.
Gedrag/karakter
De Ierse Water Spaniël is een zeer moedige, levendige en actieve hond. Ook op de momenten dat het minder goed uitkomt. Hij is zeer intelligent, de variatie in spelletjes, die hij geheel zelf weet te bedenken is schier uitputtend. Zijn gevoel voor humor moet zeker genoemd worden. Een super vrolijke uitstraling en meester in het Annemaria koekoek spelletje. Aangezien hij een heel groot uithoudingsvermogen heeft en nogal ondernemend van aard is komt het regelmatig voor dat hij even ergens op visite gaat. Wat varieert van de buurvrouw om de hoek tot aan de andere kant van het park. Of even thuis vertellen dat we er aan komen (over een kwartier). Aan de andere kant weet de Ier welke fouten hij absoluut niet moet maken. Niet oversteken zonder het commando “over”. We wachten op de rand van de stoep met de nagels over de stoeprand en gespitst om met gezwinde snelheid de overkant te bereiken.
De Ier kan wat afwachtend overkomen naar vreemden en zal deze mensen op een afstandje gaan aankijken en aankijken en aankijken. Hij bedenkt dan of het wel of niet goed volk is. En als je slaagt voor de aankijktest dan kan je een lebberend knuffelig welkom verwachten totdat je weer verder loopt of weggaat. Slaag je niet dan kan de baas tegen de IWS roepen dat ie zijn klep moet houden …
Hoofd
Schedel en hoofd moeten een goede grootte hebben.
De schedel hooggewelfd, met goede lengte en breedte en ruim genoeg voor een grote hersencapaciteit. Hoewel we duidelijk beter weten doet de Ierse waterspaniël het regelmatig voorkomen alsof deze ruimte niet zo goed gevuld is als we denken.
De kuif (top-knot) dient te bestaan uit lange, losse krullen die in een duidelijke piek tussen de ogen vallen Zodat deze bij het schudden van het hoofd zorgt voor een verdekte opstelling van zijn ondeugende ogen.
Voorsnuit
Lang, krachtig en enigszins vierkant van vorm. Aan de achterzijde van de onderkaak groeit het haar langer, in een smalle lijn een baard vormend, ook wel “side whiskers” genoemd. Zowel bij de heren als bij de dames.
Tanden
De Ierse Water Spaniel is voorzien van een sterk gebit, die zich niet laat imponeren door welke kauw- of ander daarvoor aangezien materiaal dan ook. Alles is eetbaar. Door de snelheid waarmee hij dit doet verdwijnen verdenken wij hem ervan, stiekem op TV de film” now you see me now you don’t” te hebben bekeken en alle trucs uit zijn hoofd te kennen.
Ogen
Betrekkelijk klein, amandelvormig, donker amber-kleurig of donker hazelnoot-kleurig en zeer intelligent van uitdrukking. Hij kijkt je aan en hypnotiseert jou met de vragen, gaan we wandelen, gaan we spelen, gaan we eten, heb je nog een snackie. Tevens is ieder minuscuul beweginkje voldoende om de IWS volledig in actie te krijgen.
Oren
Zeer lang, bedekt met lange, gedraaide krullen. Dus verbazend te noemen dat echt elke geluidje, hoe klein ook een reactie geeft. Vooral wanneer je dat net niet wilt. En de Ier wordt in staat gesteld om alle uitroepen van ooh en aah en ach wat een leuke hond, tot zich te nemen en lichtelijk naast zijn schoenen te gaan lopen.
Lichaam
Moet van zeer goede afmetingen zijn, dat het een tonvormige indruk maakt, Een diepe borst tussen de voorbenen en een flinke omvang geaccentueerd door de ribwelving. Zodat hij genoeg kracht kan zetten bij het trekken aan de riem waarbij hij jou zeer duidelijk maakt dat hij hier is maar daar wil zijn.
Staart
Glad, sterk en dik bij de aanzet (waar zo’n 7,5 à 10 centimeter bedekt is met korte krullen) en geleidelijk uitlopend in een fijne punt. De Ier kwispelt er graag mee om de fabrikanten van serviesgoed ter wille te zijn. Ook is hij in staat om zijn aanwezigheid te melden door een vrolijke drumsolo ten gehore te brengen.
Gangen/beweging
Het gangwerk van de Ier is karakteristiek voor het ras, De rollende beweging van zijn lijf zorgt ervoor dat zijn ijdelheid wordt gestreeld bij het wandelen. Door alle complimenten van voorbijgangers.
Vacht
Moet samengesteld zijn uit dichte, vaste, stijve krullen, vrij van elke wolligheid. Het haar moet een natuurlijke vettigheid hebben.
De keel moet gladbehaard zijn, dit is heel belangrijk voor de socialisering van de baas. Zo kan de baas heel veel gesprekken houden met alle mensen die hij tegen komt met de opmerking: ooh is hij geschoren, is hij geopereerd, hoort dat zo?. Wat zielig.
De voorbenen bedekt met een bevedering, die rondom overvloedig is, ofschoon korter aan de voorzijde. Dit bevordert het meenemen van doorntakjes nadat er tussen de struiken is gezocht naar alles wat maar de vorm van een bal kan hebben. Doorntakjes hebben daarbij een perfecte schutkleur.
De krullen bieden tevens vaak onderdak aan dakloze gasten als teken en vlooien, die de Ier dan wel weer zelf het huis uit zet.